Limburg slingert zilvergroen meanderend van Mook tegen de stroom op naar beneden.
In Venlo was de veiling niet groot genoeg. Tuinders bouwden er hun Floriade, maar de rozen uit Lottum bleven mooier.
Roermond is blijven metselen van Cuypers tot van Rey. Ze stenigen nu zelfs hun eigen volkspartij.
Verder naar beneden, Sittard/Geleen. Men kijkt bij elkaar de kat uit de boom, blind voor de arabier die er zijn eigen speeltuin heeft.
Maar dan Maastricht, zonder diepgang, een ultiem doorwaadbare plaats.
Eijsden is bijna buitenland, vlaai verplicht en onverstaanbaar met de mond vol kersenpitten.
Oei, de draaikonten van Thorn en Vaals, daar gaat het over geiten, bokken en het puntstokkenlegioen.
In Kerkrade waant men zich in Aken en Heerlenaren zijn nog niet zo lang bovengronds.
De mijnstreek moet nog wennen aan het licht, behalve de wijzen uit het oosten als zij Maastrichtse sterren zien.
Tenslotte Valkenburg, het Sprookjesbos. Wij dromen er de sprookjes van ons Bronsgroen Schutterij de Korenwolf.
De schutterij en de narrenkap houden Limburg in het gelid.
Dat is het geluk van Limburg.
Maar pas op, alleen wij mogen dat zeggen…

Het geluk van Limburg en alleen wij mogen dat zeggen…
Getagd op:         

Geef een reactie